Blijf op de hoogte!
We hebben op 10 februari 2025 een sessie vanuit de beroepsorganisatie KNVI georganiseerd over kritisch denken, met daarbij specifiek aandacht voor digitale soevereiniteit. Aanleiding was het boek dat we hebben geschreven over kritisch denken over digitalisering. Digitale soevereiniteit is een onderwerp dat nu actueel is en daarmee een interessante casus. In hoeverre willen we nog wel gebruik maken van digitale voorzieningen die worden aangeboden door tech-giganten of niet-Europese landen? In deze blog beschrijf ik een aantal zaken die in de discussie langs kwamen, en die mogelijk ook voor andere mensen interessant zijn.
Een eerste belangrijke discussiepunt was wat de term digitale soevereiniteit nu precies betekent. De kern is dat het gaat over zelf kunnen kiezen welke digitale middelen je gebruikt om ongewenste afhankelijkheden te voorkomen. Daarbij is een belangrijke afweging dat als er een afhankelijkheid is van een bepaalde digitale voorziening, de eigenaar ervan kan bepalen om deze uit te schakelen en je dus geen toegang meer hebt tot die voorziening. Dat is voor zaken die je als basisvoorzieningen kunt beschouwen onacceptabel. Leiders zouden in een extreem geval al onze toegang tot zaken die de in de public cloud hebben staan ontoegankelijk kunnen maken. Met name als individuen dit soort macht hebben is dat geheel onacceptabel. Daarnaast is er een sterke relatie met privacy; als je je gegevens plaatst op een infrastructuur, waar je zelf geen controle over hebt dan kunnen je gegevens mogelijk door anderen voor ongewenste doelen worden gebruikt. Overigens heeft dat ook een sterke relatie met de term datasoevereiniteit, wat gaat over dat je zelf wilt kunnen bepalen waar je gegevens staan, wie je gegevens mag ontvangen en waarvoor ze die gegevens mogen gebruiken.
Een belangrijk inzicht is dat digitale soevereiniteit een sterke relatie heeft met een aantal belangrijke morele waarden. We benoemden als privacy, maar digitale soevereiniteit ligt ook heel dicht aan tegen de waarde autonomie. De eerste legt meer de nadruk op dat wat staten of politieke entiteiten willen en de tweede is algemener van aard. Daarnaast heeft het een relatie met veiligheid; het beschermt je in een bepaalde mate tegen cyberaanvallen en spionage door andere landen. Digitale soevereiniteit past minder goed op innovatie; dat vraagt vooral samenwerking en daarmee ook afhankelijkheden van andere partijen. Anderzijds is juist samenwerking in Europa belangrijk. Het is een illusie om te denken dat we als Nederland digitaal soeverein kunnen zijn; dat moeten we vooral als Europa nastreven.
Leren van complexe adaptieve systemen
Soevereiniteit heeft ook een sterke relatie met veerkracht en herstellingsvermogen. Dat is het vermogen om je aan te passen aan moeilijke situaties en te herstellen van tegenslagen. Daarbij kunnen we leren uit de wereld van de complexe adaptieve systemen. Dit zijn systemen die niet voorspelbaar zijn en van nature eigenschappen hebben om met tegenslagen om te gaan. Voorbeelden van complexe adaptieve systemen zijn bijvoorbeeld te vinden in de natuur, maar ook mensen en organisaties kun je als complexe adaptieve systemen zien. Dit soort systemen bevat nadrukkelijk elementen die onvoorspelbaar zijn en een kans krijgen om de toekomst van het systeem te bepalen. Ze kunnen hierdoor spontaan nieuw (emergent) gedrag gaan vertonen. Ze bevatten ook een vorm van overcapaciteit en redundantie, waardoor fouten zich kunnen beperken tot een klein deel van het systeem. Ze hebben ook feedback mechanismen waardoor ze kunnen leren en zichzelf kunnen corrigeren.
Als we dat relateren aan digitale soevereiniteit dan zouden we dus redundantie moeten omarmen. We zouden ook afhankelijkheden van centrale componenten zoveel mogelijk moeten voorkomen. Een federatieve architectuur, waarbij alle componenten een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid hebben passen veel beter op digitale soevereiniteit. Open source kun je ook zien als een manier om met digitale soevereiniteit om te gaan. Er is daarin geen enkelvoudige speler die bepaalt. In meer algemene zin gaat digitale soevereiniteit veel over sourcing; van wie verwerf je middelen? Principes over hoe je open source organiseert zijn daarmee erg interessant. Digitale soevereiniteit vraagt een andere governancestructuur. Een structuur waarin centrale partijen zoveel mogelijk wordt voorkomen. Een voorbeeld daarvan is block-chain. Informatie die je op de block-chain zet is ook automatisch redundant aanwezig. Dit heeft ook een sterke relatie met principes over hoe je omgaat met schaarse gemeenschappelijke middelen (commons). Onze vorige staatssecretaris voor digitalisering heeft in een kamerbrief expliciete aandacht gevestigd op het belang van digitale gemeenschapsgoederen. Onderzoek toont aan dat als je bepaalde ontwerpprincipes hanteert, gemeenschappen duurzaam kunnen functioneren, zonder centrale coördinatie.
Een belangrijk inzicht van de sessie als geheel was dat deelnemers zagen hoe waardevol het was om vooral fysiek een goed gesprek met elkaar te voeren. Kritisch denken in de vorm van een conference call is toch erg lastig.
Neem contact op met ons, we vertellen er graag meer over!
Blijf op de hoogte!
Arnhemse Bovenweg 140
3708 AH Zeist
Nederland
© ArchiXL | KvK 05084421