28-08-2012

Architectuur als succesfactor voor teamprestaties

Kleine teams zijn efficiënter dan grote teams. Het verschil in efficiëntie kan dramatische vormen aannemen, zozeer zelfs dat kleine teams soms in absolute zin meer presteren dan grote teams. Hoewel hier een onontkoombare natuurwet in het spel is, vormt de architect een belangrijke succesfactor in de prestaties die een team kan leveren. Alles draait om afhankelijkheden tussen componenten.

Zelf gebruik ik de stelregel dat elk extra teamlid leidt tot 20% afname in productiviteit van het team als geheel. Die afname is voornamelijk te wijten aan de noodzaak tot afstemmen. Wanneer je met meerdere mensen samenwerkt, moet je immers af en toe met elkaar overleggen. En dat is inefficiënt, vooral om je er –per definitie– meerdere mensen voor nodig hebt. Verder productiviteitsverlies ontstaat onvermijdelijk door misverstanden en doordat teamleden soms op elkaar moeten wachten.

Laten we eens wat rekenen. Als we de capaciteit van een individueel teamlid op 100% stellen, dan haalt die persoon alleen werkend een productiviteit van 100%. In een duo gaat 20% van de totale capaciteit verloren zodat de productiviteit van het duo als geheel 160% bedraagt. Bij drie personen is nog maar een maximale productiviteit haalbaar van 208% (tel bij de productiviteit van het duo 100% op en trek dan eenvijfde van het geheel af). Als we de efficiëntie definiëren als de gemiddelde productiviteit per teamlid, dan geldt dat de efficiëntie steeds lager wordt naarmate het team groter wordt. Bij een team van 6 personen daalt de efficiëntie al tot de helft!

Hoewel het exacte verliespercentage afhankelijk is van meerdere factoren waaronder de ervaring van het team (een 'ingespeeld' team werkt efficiënter dan een nieuw team) en de aard van de werkzaamheden, is het verschijnsel heel herkenbaar. Wie heeft niet eens naar een projectplanning gekeken en bij zichzelf gedacht: "Geef mij het geld en ik doe het in de helft van de tijd – in mijn eentje!"

De boodschap voor projectmanagers en opdrachtgevers is dat versnellen van een project door "een blik programmeurs open te trekken", een heel dure oplossing is. Je moet namelijk veel meer extra teamleden inschakelen dan je op basis van berekeningen zou verwachten. Want 1+1 is in de praktijk maar 1½. Dat leidt regelmatig tot overschrijding van planning en budget.

Er geldt één uitzondering. Wanneer de werkzaamheden zodanig zijn te verdelen dat afstemmen niet nodig is, dan geldt wel 1+1=2! In de praktijk zal altijd enige mate van afstemming nodig zijn om tot acceptabel op elkaar aansluitende bijdragen van de teamleden te komen, maar hóe je het werk verdeelt is een essentiële succesfactor in het halen van planningen (en in het bereiken van hoge kwaliteit, maar daarover een andere keer). En daar komt de architect om de hoek kijken.

Architectuur gaat –onder meer– over compartimenteren: het slim opsplitsen van een complex geheel in hanteerbare brokken. Meestal zoeken we daarbij naar een indeling waarbij in de soll-situatie de brokken op een logische manier met elkaar interacteren, zodat het geheel beheersbaar en onderhoudbaar wordt. Maar het is evengoed belangrijk om te zoeken naar een indeling die niet alleen een goede soll-situatie oplevert, maar die ook bijdraagt aan een efficiënte ontwikkelfase. Dat kan door de architectuur zo op te zetten dat componenten parallel aan elkaar en zonder al te veel afstemming ontwikkeld kunnen worden. Voorwaarden om dat te bereiken zijn slimme afbakening van functionaliteiten en gebruik van bekende, open standaarden op de koppelvlakken. De projectmanager zal u dankbaar zijn!

Erwin Oord (eoord@archixl.nl) is principal consultant en partner bij ArchiXL.

Interessant? Deel het!
Illustratie stel je vraag
Meer weten over deze blog?

Neem contact op met ons, we vertellen er graag meer over!

© ArchiXL  |  KvK 05084421