Blijf op de hoogte!
Een informatiemodel maken is geen eenvoudige opgave. Het vereist conceptueel en kritisch denken, creativiteit en nauwkeurigheid. Het is een iteratief en interactief proces, waarbij je voortdurend moet afstemmen met de belanghebbenden, de bronnen raadplegen, de modellen toetsen en verbeteren.
Het maken van een informatiemodel begint met het begrijpen van de context en het doel van het model. Dit vereist een grondige analyse van de beschikbare informatie en een breed perspectief om verschillende gezichtspunten te dekken. Het is belangrijk om te onthouden dat onze perceptie van de werkelijkheid altijd subjectief is en wordt beïnvloed door ons perspectief. Daarom moeten we bij het modelleren van informatie rekening houden met verschillende perspectieven om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen.
Eenmaal de context en het doel begrepen, begint het proces van vereenvoudiging. We identificeren algemene objecten die relevant zijn voor ons doel en negeren de rest. Dit is een cruciale stap in het modelleren van informatie, omdat het bepaalt welke aspecten van de werkelijkheid we in ons model opnemen en welke we weglaten. Het is de taak van de modelleur om deze keuzes te maken en de rationale erachter vast te leggen. Dit zorgt voor transparantie en maakt het model gemakkelijker te begrijpen en te gebruiken.
Om je te helpen bij het maken van een informatiemodel, hebben we 6 stappen beschreven voor het opstellen van een informatiemodel. Hierbij hebben we ons laten inspireren door de HIM - Handreiking Informatie Modelleren. Stap 2 tot en met 5 kunnen iteratief worden herhaald totdat het informatiemodel de gewenste kwaliteit heeft. Bedenk hierbij dat een informatiemodel nooit écht af is. Het zal altijd een imperfecte benadering van de werkelijkheid blijven. Laten we een heel simpel voorbeeld nemen om deze stappen te illustreren. Stel dat je een informatiemodel wilt maken voor een bibliotheek. Dit is wat je zou kunnen doen:
Bepaal de scope en het niveau van detail van het model. Deze stap is uiterst belangrijk en het valt aan te raden een scopedocument aan te maken. Over de inhoud van dit scopedocument moeten jij en je opdrachtgever het eens zijn. In dit scopedocument wil je in ieder geval het gebruiksdoel beschrijven die het informatiemodel moet afdekken. Daarnaast moet ook de context worden beschreven waar het model zich op richt. Ook kunnen afspraken worden opgenomen over het detailniveau, de tijd waarin het moet worden opgeleverd en wie de belanghebbenden zijn. Je wilt een model maken dat laat zien welke boeken er in de bibliotheek zijn, wie ze heeft geleend en wanneer ze terug moeten komen. Je kiest ervoor om MIM te gebruiken als modelleringstaal, omdat dit een standaard is voor informatiemodellen in Nederland.
Verzamel en analyseer de informatiebehoeften van de belanghebbenden. Dit doe je door in gesprek te gaan. Dit kan informeel of in de vorm van interviews, werkgroepen of door bijvoorbeeld een vragenlijst rond te sturen. Scenario’s (Use Cases) die het model moet afdekken worden beschreven. Nieuwe informatiebehoeften kunnen mogelijk worden ontdekt door het toepassen van scenarioanalyses in stap 5. In het geval van de bibliotheek zijn de belanghebbenden onder andere de bibliotheekmedewerkers, de leden, de leveranciers en de toezichthouders. Zij hebben verschillende informatiebehoeften, zoals:
Identificeer en definieer de concepten/objecttypen die in het model worden gebruikt. Het maakt hierbij nog niet uit welk medium je hier gebruikt. Pen en papier voldoet hier ook prima. De belangrijkste objecttypen die je wilt modelleren zijn:
Ontwerp en documenteer het model en pas MIM toe. Je maakt een of meerdere diagrammen die de objecttypen en hun relaties laten zien. Hierbij maak je gebruik van een modelleeromgeving zoals bijvoorbeeld Enterprise Architect. Hierbij vul je extra informatie in, de metagegevens. MIM schrijft een aantal verplichte en optionele metagegevens voor. Zo heeft ieder objecttype, iedere attribuutsoort (eigenschap) en iedere relatie bijvoorbeeld een definitie volgens MIM. Voor ons voorbeeld van de bibliotheek kan dit er als volgt uitzien:
Boek:
Lening:
Lid:
Valideer en verifieer het model met behulp van verschillende technieken. Je vraagt feedback aan de belanghebbenden om te zien of ze tevreden zijn met het model en of ze suggesties hebben voor verbetering. Dit kan bijvoorbeeld door werksessie in te plannen, of door steeds nieuwe stukjes informatiemodel te bespreken tijdens een periodieke sprintreview sessie. Je test ook of het model werkt zoals verwacht door bijvoorbeeld scenario’s te simuleren met testdata of door prototypes te maken. Wanneer blijkt dat bepaalde scenario’s nog niet binnen het informatiemodel passen, gaan we terug naar stap 2.
Nadat het informatiemodel naar ieders tevredenheid is doorontwikkeld, kan het model worden vastgesteld. Publiceer en onderhoud het model volgens van tevoren afgesproken normen en procedures. Hanteer hierbij het Beheer- en OntwikkelModel voor Open Standaarden (BOMOS). Je maakt het informatiemodel goed toegankelijk voor de gebruikers en zorgt voor een goede documentatie en communicatie. Een goede manier om informatiemodellen beschikbaar te publiceren, is bijvoorbeeld ons WikiXL platform. Je houdt ook het model up-to-date door veranderingen in de informatie of de context te verwerken.
In deze blog heb je geleerd hoe je een informatiemodel kunt maken. Je hebt gezien welke stappen je moet volgen om tot een goed model te komen en hoe je deze kunt toepassen op een eenvoudig voorbeeld. In de volgende blog zullen we bespreken hoe informatiemodelleren wordt toegepast binnen het onderwijsdomein. Blijf dus lezen!
Meer weten?
Neem contact op met ons, we vertellen er graag meer over!
Blijf op de hoogte!
Arnhemse Bovenweg 140
3708 AH Zeist
Nederland
© ArchiXL | KvK 05084421