11-06-2025

Van “To be or not to be?” naar “Chatbot or not?”

Erwin Oord

Wellicht nog stormachtiger dan de opkomst van AI-chatbots zelf is de opkomst van –al dan niet zelfbenoemde– deskundigen die er een mening over hebben. In de media buitelen ze over elkaar heen om het fenomeen van generatieve kunstmatige intelligentie te duiden. Enkelen voorspellen daarbij de ondergang van de beschaving maar de meeste duiders leggen ons geduldig uit dat AI minder indrukwekkend is dan het lijkt. Soms vergezeld van een concreet voorbeeld van iets dat AI “nooit zal kunnen” (opmerkelijk genoeg blijken chatbots die voorbeelden meestal simpel te weerleggen, maar dat terzijde).

Hun boodschap volgt telkens dezelfde redenatie: AI is geen echte intelligentie. Het is vooral goochelen met tekst en statistiek. Op basis van grootschalige tekstuele documentanalyse voorspellen wat het meest gebruikte, en dus waarschijnlijkste, volgende woord in een zin is. En zo verder extrapolerend tot een antwoord komen. Dat is heel anders dan menselijke intelligentie. Dat moet ook wel, want menselijke intelligentie is iets wonderlijks dat we helemaal nog niet begrijpen. En wat je niet begrijpt, kun je niet nabouwen.

Maar, vraag ik me dan af: als we menselijke intelligentie nog niet kunnen verklaren, hoe kunnen we dan zo stellig beweren dat AI anders is? Ik ben geen deskundige dus ik heb het antwoord niet. Maar ik zie dat AI wel wat menselijke trekjes heeft. Bijvoorbeeld valsspelen als eerlijk winnen niet lukt, zoals een studie van Palisade Research liet zien [1]. Merk op dat in dit experiment het AI-model van OpenAI zelfs eerlijk meldde over te gaan tot valsspelen omdat dat de enige weg naar succes was. En het bekende ‘halluciteren’ als het AI-model geen logisch antwoord op de gestelde vraag weet te formuleren [2]. Kijk naar de gemiddelde talkshow-uitzending om te aanschouwen hoe mensen zelfverzekerd de grootste nonsens uitkramen wanneer gevraagd wordt naar hun mening over een onderwerp waarop ze niet deskundig zijn. Misschien werkt AI heel anders dan menselijke intelligentie maar de uitkomsten lijken soms verbluffend veel op elkaar. Het is natuurlijk geen bewijs maar zoals het spreekwoord zegt: als het kwaakt als een eend en loopt als een eend, dan is het waarschijnlijk ook een eend.

Een reductionistische gedachte komt op. Wat nu als de veelgeroemde menselijke intelligentie niet meer blijkt te zijn dan ‘goochelen met tekst’? Dat in ons brein geen magische krachten aan het werk zijn maar dat wij redeneren door simpelweg concepten aan elkaar te plakken op basis van eerdere ervaringen en statistische waarschijnlijkheid? Dat wat de vorige keer een winnende combinatie bleek, deze keer waarschijnlijk ook wel werkt? Ergo, dat de ontwikkeling van taal geen gevolg was van menselijke intelligentie maar juist de oorzaak ervan?

Kan het zijn dat uitingen als gedrag en emoties die we als typisch menselijk zien, in werkelijkheid universele fenomenen zijn die vanzelf tevoorschijn komen wanneer ‘redeneren’ een bepaald niveau van complexiteit bereikt? Welke menselijke uitingen gaan we in dat geval de komende tijd nog meer zien bij de chatbots? Jaloezie? Hebzucht? Egomanie? Liefde? Haat? En als AI, zoals sommigen voorspellen, onze menselijke intelligentie gaat ontstijgen, gaan we daarin dan nieuw gedrag en nieuwe emoties ontdekken die we nu nog helemaal niet kennen?

[1] Bondarenko, A., Volk, D., Volkov, D., & Ladish, J. (2025, 18 februari). Demonstrating specification gaming in reasoning models. arXiv.org. https://arxiv.org/abs/2502.13295
[2] Xiao, Y., & Wang, W. Y. (2021, 28 maart). On Hallucination and Predictive Uncertainty in Conditional Language Generation. arXiv.org. https://arxiv.org/abs/2103.15025

Interessant? Deel het!
Illustratie stel je vraag
Meer weten over deze blog?

Neem contact op met ons, we vertellen er graag meer over!

© ArchiXL  |  KvK 05084421